jorgeenrenee.reismee.nl

Vienam - deel 2

In Hoi An hebben we ons een paar dagen prima vermaakt. Gezien we wat bruiloften in het verschiet hebben, hebben we ons toch maar laten overhalen om wat kleding te laten maken. Tijdens het wachten op de kleding hebben we wat oude gebouwen, winkeltjes, tempels en musea bekeken.
Vanuit Hoi An zijn we vervolgens naar Hue vertrokken. In deze stad is 'Citadel' een van de grote attracties. Dit is een enorm complex van de voormalig koning. Veel is verwoest in de oorlog, maar dit zijn ze aan het renoveren. Het is groot terrein met woningen, zalen en tuinen. Dit alles is omringd door grachten en muren. Erg mooi.
In Hue zijn nog een aantal graftombes een eindje buiten het centrum. Met een tour zijn we over de 'perfum river' gaan varen om vervolgens die tombes te bekijken. De omgeving was schitterend, maar de tour....verschrikkelijk. Natuurlijk probeerden ze ons weer vanalles aan te smeren en werden we langs 'traditionele dorpjes' en 'traditionele dansen' gestuurd. Beetje jammer. Maar de twee tombes die we hebben gezien waren de moeite waard.
Met de nachtbus zijn daarna naar Hanoi vertrokken. In deze stad is eigenlijk niet veel te halen. Er is veel verkeer en heel veel viezigheid op straat. Overal verkopen ze vlees en je ziet ook de beesten geslacht worden. Maar snel hebben we plannen gemaakt voor het vervolg van onze trip: Halong Bay.
Met een mini-bus zijn we naar de haven van Halong City gebracht en vanuit daar gingen we op de boot. Na veel gruwel verhalen te hebben gelezen en gehoord over goedkope trips (en die hadden wij natuurlijk) waren we wat huiverig voor de boot en het eten. Maar dat bleek nergens voor nodig. Het boot zag er echt keurig uit, het eten was heerlijk en onze kajuit was een van de betere slaapplekken tot nu toe.
Na de lunch zijn we naar de 'amazing cave' gevaren. Deze grot ligt tussen de enorme rotsen waaruit Halong Bay bestaat. De grot was enorm groot, met ook een enorm aantal mensen erin. Na dit bezoek stond er een kano-tocht op het programma. We moesten een tijd wachten voordat we een kano hadden omdat er zo veel andere mensen ook gingen kanoen, maar dat zorgde er wel voor dat wij tijdens de zonsondergang in de kano zaten. Het was fantastisch om tussen de rotsen te dobberen en de zon onder te zien gaan.
Na deze tocht gingen we terug op onze boot om te eten. De rest van de avond hebben we op het dakterras doorgebracht. Met 4 belgen hebben we hier heel gezellig pintjes gedronken. Na een heerlijk nachtje slapen en een goed ontbijt zijn we rustig weer naar de haven gevaren en met de bus terug naar Hanoi gereden. De boottocht was echt een aanrader.
Eigenlijk hadden we het plan om na Halong Bay naar Noord Vietnam te gaan, maar toen we zagen hoeveel mensen naar het noorden gingen en hoeveel tours er elke dag vertrekken was onze zin wel over. We waren een beetje klaar met de trips naar 'traditionele dorpjes' dus hebben we besloten door te gaan naar Laos. Met de nachtbus zijn we vanuit Hanoi vertrokken. We dachten dat we in Indonesie al heel wat hadden meegemaakt met bustrips, maar deze reis sloeg echt alles. De bus was gevuld met metaal constructiemateriaal. Overal lag het spul zodat je ook geen beenruimte had. Er waren ongeveer 42 zitplaatsen in de bus, echter gingen er 62 mensen mee. Overal lagen/zaten mensen. De bus was veel te zwaar dus in het bergachtige gebied had de bus het zwaar. Een deel van de rit moesten ongeveer 25 mensen de bus verlaten omdat het anders de berg niet op kwam. Na een dramatische douane post (waar we door de regen en kou naar de volgende post moesten lopen) kwamen we na 24 uur (!!!) aan in Vientiane. (ongeveer 800 km.)
Het was een vreselijke tocht maar we hebben er al veel om gelachen. Absurd hoe het openbaar vervoer hier kan zijn.
Vietnam was een fantastisch land met leuke mensen, lekker eten, schitterende natuur en een heftige geschiedenis. Het was heel indrukwekkend en erg chaotisch en druk. Nu Laos...we zijn benieuwd!

Vietnam

Het volgende land op onze route is Vietnam. Na een comfortabele vlucht naar Saigon met onze vriend Air Asia, verliep de aanschaf van het visum bijzonder soepel. We hadden via internet al het e.e.a. geregeld en dat bleek allemaal prima in orde te zijn. Twee amerikanen, die we op het vliegveld tegen kwamen, hebben ons vervolgens naar een aardig hostel gebracht en met z'n vieren hebben we die avond nog onze eerste Vietnamese maaltijd en pilsener genuttigd.

We een hilarisch chaotische stad is Ho Chi Mi City (of Saigon zoals de locals zeggen). Volgens onze tourguide van een paar dagen laten wonen er 10 miljoen mensen, die samen 9 miljoen motorfietsen bereiden. Nou, dit was ook terug te zien in de straatbeelden! En het oversteken van een straat is dientengevolge ook net iets anders dan in Nederland. Er zijn zebrapaden, maar volgens ons heeft geen enkele Vietnamees weet van deze strepen op de weg. Het is echt een wereld van verschil met Indonesie. Ook hier is het hectisch, maar anders. Er is veel verkeer, maar de mensen toeteren niet (!) en de mensen zijn veel rustiger (ze spreken heel slecht engels, dus een gesprek is niet echt mogelijk....dat scheelt). En dan het eten: toch een voordeel dat de Fransen hier een hele tijd hebben gezeten. Nu kunnen wij genieten van heerlijke broodjes 'lachende koe' en ontzettend lekker gebak (cheesecake, chocolade-taart, brownies, kalua-gebak, pindabroodjes....) Die kilo's vliegen er hier wel weer aan!

In Saigon hebben we het 'War Museum' bezocht en dat was ontzettend indrukwekkend. D.m.v. verschrikkelijke foto's werd ons duidelijk gemaakt wat er allemaal gaande was in de Vietnam-oorlog. Hier hebben we toch een heel ander beeld gekregen dan we thuis ooit hebben gezien in films of gelezen hebben in boeken. Ook heel heftig om te zien wat mensen er hedendaags nog steeds aan over houden.

De dag erna hebben we met een guide een tocht gemaakt naar de Cu Chi tunnels waar hij vertelde hoe hij daar 6 jaar geleefd heeft in deze tunnels. Onmogelijk om je voor te stellen hoe dat geweest moet zijn. De tunnels waar wij in gingen zijn al iets groter gemaakt voor toeristen en na zo'n 50 meter moest Renee er al uit. Jorge heeft nog wat langer doorgezet. Die dag hebben we ook een bezoek gebracht aan de Cao Dai. Dit is een alleen in Vietnam voorkomende religie en bestaat uit verschillende delen van andere geloofsovertuigingen. Elke dag hebben ze drie 'bijeenkomsten' waarbij ze al zingend hun gebeden opzeggen. Een van deze bijeenkomsten mochten wij ook bijwonen. Heel bijzonder om mee te maken.

Na de tour hadden we even de tijd om wat te eten om vervolgens met de 'sleeper-bus' naar Nha Trang te vertrekken. Wat een fantastische ervaring was dat! Heel de bus is gevuld met bedden. Natuurlijk passen wij daar net niet in, maar dat mocht de pret niet drukken. Hier konden we slapen! In 10 uur waren we in Nha Trang waar we heel snel een heerlijke kamer hadden: warm water, doortrek-wc (ja, zelfs deze dingen ga je ernom waarderen), een fijn matras, een koelkast en tv met HBO en CNN (kortom de hele dag films, Idols en nieuws!). Helaas is Jorge die nacht in de bus wat ziek geworden en heeft hij even wat rustig aan moeten doen. Helemaal niet erg wanneer je zo'n kamer hebt (voor Renee dan!).

In Nha Trang zou het duiken goed moeten zijn. Hoewel we hiervoor niet naar deze plaats zijn gekomen, toen we de prijzen hoorden waren we meteen om. Nadat Jorge's buik weer wat rustig was hebben we twee duiken geboekt. Op een enorme boot, met 4 andere duikers, zijn we in vreselijk noodweer naar wat kleine eilanden voor de kust gevaren. Dat duiken hier hebben we echt onderschat. Het was werkelijk fantastisch! En lang leve de pil van de duikshop die ervoor zorgde dat Renee totaal geen last had van haar oren. We hebben veel vis gezien die we nog nooit eerder zagen. Echt de moeite waard. En met een zonnetje kwamen we weer terug.

's Avonds hebben we weer de nachtbus genomen naar Hoi An. Dit is de plaats om kleding te laten maken. Werkelijk overal zitten te 'tailors' te wachten op jou! Elk model en stofje is mogelijk. Los van deze winkels lijkt het stadje op een Vietnamees Brugge. Het is echt een filmdecor met fantastische gebouwen, nauwe straatjes en overal gezellig lampionnen. Hier vermaken we ons nog wel even.

Laatste avonturen in Indonesie

Vanuit Yogjakarta hebben we de Borobudur bezocht. Een indrukwekkende boeddhistische tempel op ongeveer 1,5 uur bussen van de stad. Terecht dat deze behoort tot de werelderfgoederen. Echt een fastastische plek om te bezoeken. Na deze prachtige, en hele hete dag hebben we in Yogjakarta alvast treinkaartjes gekocht. We gingen namelijk op weg naar Pangandaran, volgens de reisgids (Lonely Planet uiteraard...) 'het' strandoord van Java. De treinreis naar Banjar beviel uitstekend. Een stuk comfortabelerdan reizen met de bus. Na in Banjar de gebruikelijke aasgieren te hebben afgeschud bevonden we ons in de juiste bus. Na vervolgens 1,5 uur door elkaar geschud te zijn kwamen we aan op onze bestemming: Pangandaran.

Helaas bleek onze reisgids tameijk non-kritisch, want de badplaats bleek een vieze stad te zijn met stranden vol plastic en hopen brandafval. Er waren wel enorme golven en er was ook nog een prachtig National Park bij het stadje dus we hebben ons prima vermaakt. We hebben lekker uitgerust en nieuwe plannen gemaakt: We gaan naar Vietnam! 10 April zijn we met de nachtbus naar Jakarta vertrokken om daar Indonesie te verlaten. Op naar een nieuwe bestemming!

Terug naar de beschaving

Na ons verzetje in Bajawa zijn we 's ochtends in alle vroegte vertrokken richting Moni. Helaas beidt het lokale busvervoer hier de 'thuis ophaal service' en duurde het dus ca. 1,5 uur voor we na onze schijnbaar eindeloze rondrit met een ramvolle bus konden vertrekken. Na een korte lunchstop in Ende werd de reis vervolgd en kwamen we na een uurtje of zes in Moni aan. Moni bleek niet veel meer dan een klein dorpje, maar gelukkig was er accomodatie genoeg. Nadat we ons in een hotelletje hadden geinstalleerd, hebben we een wandeling naar de in de buurt liggende waterval en hotsprings gemaakt. Aangekomen bij de hotsprings trof ons het hilarische beeld dat zelfs in dit afgelegen stuk van de wereld de tijd niet stil staat: het warme water werd namelijk keurig netjes opgevangen in een soort beteglende zwembaden, waar mannen en vrouwen apart konden baden. Dit was niet precies wat we hadden verwacht.

's Avonds hebben we gegeten bij restaurant Bamboo, waar we na herhaaldelijk aandringen van de eigenaar konden genieten van lokale specialiteiten. Dit was een heerlijk diner en een welkome afwisseling op de nasi goreng, die op iedere menukaart te vinden is.

De volgende ochtend, of eigenlijk nacht, werden we met een motor opgehaald om te vertrekken naar Kelimutu National Park. Hierin bevinden zicht drie kratermeren die van tijd tot tijd van kleur veranderen. Na onze motorrit moesten we nog ca. 20 minuten wandelen om bij een uitzichtpunt te komen. Hoewel de omgeving mooi was vonden we de kleuren van de meren niet zo spectaculair als we verwacht hadden. Na een tijdje rondgekeken te hebben en wat plaatjes te hebben geschoten begonnen we aan onze wandeling terug naar Moni. Hier hadden we ons een beetje in vergist. Het was een hele saaie en zware afdaling, waarbij de 'shortcut' ook niet echt zorgde voor meer plezier. Na 2,5 uur waren we terug bij onze kamer en hebben we na een ontbijtje snel onze spullen gepakt om naar Maumere te vertrekken. Deze stad was zo deprimerend dat het bijna grappig was. Het afval lag overal, er was niks te beleven, geen fatsoenlijke eetgelegenheden, kortom hier moesten we zo snel mogelijk weg. We hebben dus zoals al eerder ons plan was een vliegticket naar de beschaving (lees: Bali) geboekt.

Omdat internet in Maumere niet werkte wisten we nog niet hoe we vanuit de luchthaven van Bali verder konden komen richting Java. Na aankomst hebben we dus rondvraag gedaan bij de luchtvaartmaatschappijen en vonden we een geschikt ticket naar Yogjakarta. Helaas vertrok onze vlucht pas de volgende dag dus hebben we de nacht doorgebracht op het vliegveld. We mochten van de ontzettend vriendelijke check-in-chef nog niet naar binnen en zijn dus maar buiten op een grasveldje gaan liggen. Nog groter werd onze frustratie toen we na een onrustige nacht ingecheckt hadden en zagen dat er een hele berg lekkere bankjes en zelfs gratis internet aanwezig was na de check-in. Maar goed, na een zeer comfortabele vlucht en taxirit deden we onze intrede in een hotel in Yogjakarta en konden we een beetje bijkomen. In deze stad met als hoogtepunt het kraton (paleis van de sultan) zijn we een paar dagen gebleven. Helaas is ook hier weer de lokale traditionele nijverheid (Batik) verworden tot een massaproductie van troep, die in grote overdaad aangeboden wordt. Maar als je de ogen hiervoor sluit is Yogjakarta best een aardige stad met vele kleine, gezellige straatjes, restaurantjes, winkeltjes en bezienswaardigheden.

Flores 1: Komodo NP, Labuan Bajo en Bajawa

23 Maart zijn we vanuit Mataram op Lombok vertrokken naar Labuan Bajo op Flores. Hoewel we van te voren wisten dat het een lange reis zou worden (ca. 25 uur) viel het toch behoorlijk tegen. Na de redelijk begaanbare weg van Lombok en een overtocht per ferry naar Sumbawa kregen we daar het idee dat onze buschauffeur het leven moe was. Na een uur of 8 gereden te hebben (karaoke@120dB@4 am) kwamen we in Bima aan. Daar moesten we nog eens overstappen op een kleine bus die ons naar de ferry in Sape bracht. Toen we dachten eindelijk rust te gaan hebben bleek het op de ferry nodig te zijn de muziek net iets te hard uit net iets te slechte speakers te laten knallen. De muziek zelf was overigens ook tamelijk slecht afgezien van het half uurtje Venga Boys bij aankomst op Flores :D. Maar na 8 uur varen was het dan zover: We hadden Labuan Bajo bereikt. Samen met de op de ferry tegengekomen Laura hadden we vrij snel een hotelletje gevonden in het best pittoreske badplaatsje. Wel jammer dat hier ook weer overal herrie was. Op de een of andere manier vinden indonesiërs herrie schitterend, onbegrijpelijk. Na een dag de omgeving te hebben verkend en wat informatie te hebben ingewonnen over de plaatselijke activiteiten was het tijd voor een duiktrip in Komodo National Park. Deze boottrip was een verademing: Leuke mensen, lekker eten en een enthousiaste duikgids/biologiedocent. Na een “biologyclass” over haaien (fijn om zo net voor een duik te horen hoe een haai aanvalt etc.) hebben we een fantastische duik gemaakt. Helaas hebben we geen manta’s gezien terwijl dat de snorkelaars op onze boot wel gelukt was: Wat kan het leven soms oneerlijk zijn. Na de lunch nog een duik gemaakt. Hierbij zagen we een haai, schildpad, napoleonswrasse en nog veel meer moois. Echt schitterend: één van de mooiste plekken waar we ooit gedoken hebben. De dag erop hebben we samen met onze vakantievrienden Laura en Chad een boot geregeld waarmee we naar Rinca zijn gevaren. Dit is een eiland in Komodo NP waar de Komodovaraan leeft. Daar aangekomen zagen we er ook al direct één liggen. Op het eiland hebben we nog een wandeling met een gids gemaakt, waarbij we apen en nog meer Komodovaranen zagen. Tijdens de terugweg zijn we met de boot nog twee keer gestopt om te snorkelen. ‘s Avonds zijn we van de zonsondergang gaan genieten in de Paradise Bar. Toen we net hadden afgerekend kwamen Chad en Laura hier ook en zijn we blijven hangen om naar live muziek te luisteren. Vele klassiekers in een indonesisch jasje kwamen voorbij en bezorgden ons een leuke avond. Na een laatste ontbijt in Labuan Bajo hebben we onze vrienden een goede verdere reis gewenst en zijn we op de bus naar Bajawa gestapt. Eens te meer merkten we dat de wegen in Indonesië niet altijd even comfortabel te bereizen zijn. Na twee keer vier uur volledig door elkaar te zijn geschud (gelukkig een overstap in Ruteng), kwamen we aan in Bajawa. Aangezien dit dorpje in de bergen ligt konden we genieten van een koele nachtrust op een eerste klas matras onder ons muskietennet. We zijn vanuit Bajawa met twee brommers en bestuurders een halve dag rondgereden en hebben twee traditionele dorpen bezocht. Dit was op zich wel leuk om een keer te zien, maar niet heel erg bijzonder. Het landschap waar we met de brommers door heen reden was wel echt machtig mooi. Morgen (30 maart) vertrekken we waarschijnlijk naar Moni om daar naar de Kelimuti vulkaan te gaan.

Bezoek van Bart en Margot

Op 13 maart kwamen Bart en Margot na hun rondreis door Thailand aan op Bali airport. Hilarisch om hen daar te treffen. Na een dagje Kuta zijn we met z’n 4-en naar Gili Trawangan verkast, een auto- en belangrijker nog brommerloos eiland voor de kust van Lombok. Helaas kostte het hier wel een beetje moeite om een geschikte hotel te vinden omdat half Bali naar Gili Trawangan was gegaan. Op Bali was er namelijk een feestdag op komst, waarop je een dag je hotel niet uit mocht. Voor veel mensen een goede reden om het eiland een paar dagen te verlaten. Op Gili T. hebben we een paar dagen gerelaxt, gedronken, gegeten en bovenal ook prachtig gesnorkeld. Hier was het dan ook eindelijk zover: Renée heeft een schildpad gespot. Na een paar dagen op het mijns inziens net iets te drukke eiland (wel heel gezellig!) zijn we naar Gili Air gevaren: een oase van rust. Dit was namelijk een heel ander eiland. Echt een prachtig tropisch gebeuren met af en toe een slaap- en/of eet- en drinkplek. We zijn daar twee nachten gebleven in een bamboehut op het strand: Heerlijk. Vervolgens wilde we met Bart en Margot graag nog wat van Lombok gaan zien en zijn we naar Senggigi vertrokken. Vanuit deze badplaats, waar niet heel veel te beleven was hebben we een auto met chauf gehuurd en zijn we weer wat over het eiland rondgereden. We hebben tempels bezocht, prachtige landschappen gezien en nog een watervalletje meegepikt en de rit fantastisch besloten met een traditionele lunch bij de McDonalds. ‘s Avonds hebben we het feestelijke bezoek van Bart en Margot afgesloten met een diner op het strand. De volgende ochtend gingen zij namelijk alweer richting Bali. Wij zijn nog een paar dagen in Senggigi gebleven om was te doen, te internetten en wat dingen te plannen voor het vervolg van onze reis.

Bezoek van Maartje en Jeroen

Maandag 8 maart kwamen Maartje en Jeroen aan op het vliegveld van Bali. Na een wat plakkerige ontvangst (wij moesten rennen om op tijd te zijn en waren dus enorm bezweet) hebben we de taxi genomen naar ons feestelijke onderkomen voor de komende dagen. Hier hebben we heerlijk kunnen zwemmen, wat boekjes gelezen en zijn we weer volledig op de hoogte gebracht van de laatste roddels, nieuwsfeiten en ontwikkelingen in Nederland. We hebben een dag een auto met chauffeur gehuurd, die met ons over het eiland heeft gereden en een hoop hotspots heeft laten zien: de rijstterrassen, Pura Taman Ayun (tempel), koffieplantage(tje), Gitgit watervallen. Na afloop van deze tour heeft onze chauf ons afgezet in Ubud, een stadje in centraal Bali. Daar vonden we een prachtig onderkomen in één van de zijstraatjes van de stad. Vrij onverwachts hebben we in Ubud nog een flinke wandeling gemaakt tussen de rijstvelden en door kleine dorpjes. We waren erg onder de indruk van de fantastische uitzichten en trots op Maartje dat ze 8 kilometer op haar slippers heeft gelopen. De volgende dag hebben we Maartje en Jeroen afgezet bij hun nieuwe hotel in Sanur en zijn wij naar het vliegveld gegaan voor ons volgende avontuur.

Indonesie

Na een lange vlucht van de Gold Coast naar Kuala Lumpur, hebben we weer wat uren moeten wachten op het vliegveld voor de volgende vlucht naar Surabaya (Java). Bij het 'boarden' krijgen we al in de gaten dat we echt een heel andere wereld in gingen. Als enige westerse mensen zaten we in het vliegveld waar we al gauw een attractie waren.

Op het vliegveld in Surabaya ging alles vrij snel en zodra we bij de uitgang kwamen stonden er natuurlijk tientallen mannetjes ons op te wachten. 'Taxi, taxi, taxi???' 'Transport?' 'Where you going?' Gelukkig hadden we het hostel al geboekt en zijn we met een veel te dure taxi naar het hostel gegaan waar een super vriendelijk vrouwtje ons stond op te wachten.
Om 5 uur schrokken we wakker van ochtendgebed. Even vergeten dat we in een Islamitisch land zijn... De vriendelijke eigenaresse van ons verblijf had ons ontbijt al klaar staan toen we opstonden en heeft ons uitgebreid geinformeerd hoe we het beste onze volgende bestemming konden bereiken: Probolinggo.
Vanaf het busstation hebben we de lokale bus gepakt. Wellicht niet de snelste manier om in Probolinggo te komen, amar wel hilarisch om mee te maken. Een overvolle bus, enorm hectisch verkeer met allerlei soorten vervoersmiddelen op dezelfde baan en steeds weer mensen die iets kwamen verkopen: eten, kleding, armbandjes en muzikanten die nah un ‘optreden' om geld vroegen. Fantastisch!

Vanuit Probolinggo zijn we met de minibus richting ‘Bromo National Park' gegaan waar we in het dorpje Cemoro Lawang een slaapplek hebben gezocht. In de minibus leerden we 2 belgen en een britse jongen kennen. Met z'n 5en hebben we een hostel gezocht en een jeep geregeld om de volgende ochtend de zonsopgang te zien bij de Bromo vulkaan.
Om 4.00uur warden we bij ons hostel opgepikt om vervolgens een uurtje te rijden naar het ‘viewpoint'. Vanaf daar hadden we een fantastisch uitzicht. Schitterend om te zien hoe de lucht steeds veranderde en de wolken heel langzaam over het dorpje kwamen. Daarna zijn we de berg weer afgereden richting de vulkaan. Vanaf de voet van de vulkaar zijn we naar boven gelopen wat ook erg indrukwekkend was. Heel vreemd om in een enorme krater te kijken en te zien en te horen dat deze nog actief is.
Bij terugkomst in het hostel hebben we op ons gemak de spullen gepakt en zijn we weer met de minibus naar Probolinggo gegaan. Na afscheid te hebben genomen van onze nieuwe vrienden zijn we met de bus naar Denpasar (Bali) gegaan.
Na een helse reis (het duurde vreselijk lang, de buschauffeur reed al seen idiot en het eten wat ons was beloofd was dramatisch slecht) kwamen we rond middernacht aan in Denpasar. Samen met 2 canadeese mensen hebben we een taxi genomen om in Seminyak een slaapplek te vinden. Dit bleek wat lastiger dan verwacht. Alles zat vol of de plekken waren veel te duur. Na een uur rijden en rondvragen zijn we uiteindelijk in Kuta beland. Hier hebben we 2 dagen even lekker niets gedaan. Alleen heerlijk gegeten, gedronken en proberen we nog steeds te acclimatiseren.

De 8e komen Maartje en Jeroen en de 13e Bart en Margot. Daar gaan we nu op wachten. Spannend!